Even voorstellen…Onze HR stagiaire Floor!

Even voorstellen….Sanne de Jong

news

Intra Dysovinol in het nieuws

Afgelopen voorjaar heeft Intracare, de registratiehouder van Intra Dysovinol, haar medewerking verleend om dit product via de media extra onder de aandacht te brengen.

 

BOERDERIJ, uitgave april 2021

Snelle aanpak dysenterie

Diarree door Brachyspira hyodysenteriae zonder antibiotica onder controle met Intra Dysovinol

Met een diergeneesmiddel op basis van zinkchelaat is dysenterie veroorzaakt door Brachyspira hyodysenteriae snel aan te pakken. Al de tweede dag stopt de diarree. De varkens lopen daardoor amper een groeiachterstand op en de verspreiding van de ziekte stopt, blijkt uit onderzoek door Intracare en GD.

Lees heel het artikel (pdf)

 

PIG PROGRESS, 24 maart 2021

Non-antibiotic medication against swine dysentery

Bit by bit, the toolbox for controlling swine dysentery has become emptier in recent years. There is a global trend to limit the use of antibiotics as much as possible, and zinc oxide will also no longer be allowed at prophylactic levels in 2022. It is time for a new addition to the toolbox.

Lees heel het artikel op de website van PigProgress

Y-D-Fix®, een nieuwe benadering ter vermindering van speendip bij biggen.

In dit artikel geven we u een kijkje gegeven in de ontwikkeling van het innovatief en gepatenteerde supplement Y-D-Fix®, dat bedoeld is voor biggen in de kraamstal.

Sinds de druk op de toepassing van antibiotica bij dieren is toegenomen, zijn er zeer veel alternatieve, natuurlijke producten op de markt gekomen die de gezondheid van dieren moeten bevorderen. Dopharma wilde een product ontwikkelen dat de speendip bij biggen moest voorkomen of verminderen. Hierbij stond centraal dat de kwaliteit en de werkzaamheid van het product goed onderbouwd zou worden: het moest een Evidence Based Nutraceutical (EviBaN) zijn.

Speendip

Het moment van spenen tot enkele weken na het spenen is een moeilijk periode voor biggen. In die fase is de passieve afweer geminimaliseerd en is de actieve afweer pas goed op gang aan het komen (zie afbeelding, bron: Sucaet C. Antibioticareductie bij gespeende biggen door zuren [thesis]. Ghent: University of Ghent; 2014).


Naast de dip in de afweer worden biggen na het spenen meestal blootgesteld aan een hogere infectiedruk vanuit de omgeving en (nieuwe) hokgenoten. Ook de vele veranderingen die na het spenen plaatsvinden veroorzaken stress wat een negatief effect op de gezondheid kan hebben. Denk hierbij aan een andere omgeving, een ander stalklimaat, andere hokgenoten en de overgang van zeugenmelk naar vast plantaardig voer. Zeker deze laatste verandering kan tot een slechte of onregelmatige voeropname na het spenen leiden met darmschade en verminderde groei als direct gevolg. Daarnaast is er bij een slechtere darmgezondheid meer kans op infecties op darmniveau.

Een gevolg van deze speendip bij biggen is dat er in deze periode relatief veel antibiotica gebruikt worden om de biggen gezond te houden.

Bij de ontwikkeling van een product om deze speendip te voorkomen of te verminderen werd eerst een overzicht gemaakt van alle factoren die van invloed zijn op deze problematiek. Van alle mogelijke interventies werd het sturen van darmgezondheid door middel van voer als meest veelbelovend gezien. We zijn daarom gestart met het analyseren van zeugenmelk, ervan uitgaande dat de samenstelling daarvan de meest optimale  voeding is voor jonge biggen.

Zeugenmelk

Op verschillende varkensbedrijven werden zeugen gemolken. De melk werd geanalyseerd en vergeleken met wat bekend is in de wetenschappelijke literatuur. De analyses in de gedateerde wetenschappelijke publicaties (jaren ’80 en ’90) verschilden sterk van de analyses van Dopharma’s eigen onderzoek. Vooral de hoeveelheid cholesterol en vet blijkt nu veel lager te zijn dan in de jaren ’80 en ’90.

In de figuren hieronder is dit verschil weergegeven. Hierbij is uitgegaan van de hoeveelheid vet en cholesterol die wordt opgenomen per één liter zeugenmelk. Daarnaast is de hoeveelheid vet en cholesterol weergegeven die wordt opgenomen na het spenen indien de biggen alleen biggenvoer opnemen.

De reden voor het grote verschil in melksamenstelling is niet geheel duidelijk. Mogelijke oorzaken kunnen een veranderd voedingspatroon en de veranderde genetica van zeugen zijn. Het is een feit  dat er niet of nauwelijks bewust op melksamenstelling is geselecteerd in de fokkerij.
Interessant is verder dat uit de analyses blijkt dat de relatieve vetzuursamenstelling in zeugenmelk door de jaren heen niet veel is veranderd. Hieronder zijn de meest voorkomende vetzuren in zeugenmelk en enkele biggenvoeders weergegeven.

 

We formuleerden de hypothese dat een supplement rijk aan cholesterol en de belangrijkste vetzuren die in zeugenmelk voorkomen, bevorderend zal zijn voor de darmgezondheid van biggen. De zoektocht naar de juiste bronnen voor zo’n supplement was niet eenvoudig. Blijkbaar bevat zeugenmelk relatief veel van bepaalde vetzuren die moeilijk te vinden zijn in voedermiddelen. Uiteindelijk werden een aantal prototypes van een supplement gemaakt. Deze prototypes werden in vitro onderzocht in darmmodellen. Na het induceren van stress in het darmmodel door het toevoegen van het mycotoxine DON werd gekeken naar de Trans Epitheliale Electrische Weerstand (TEER), een maat voor darmintegriteit, en naar de productie van interleukine 8 door de darmcellen. Hieruit bleek dat het toevoegen van één prototype aan het darmmodel (supplement D) duidelijk gunstiger was in vergelijking met de andere prototypes en controles.

Dierstudies

Naar aanleiding van de resultaten van de in vitro proeven werd een experimentele dierstudie ontworpen. In de proefstal van Dopharma werden een aantal supplementen, waaronder prototype D, vergeleken na toedienen aan biggen rondom het spenen. De biggen die in de proefstal werden geboren kregen dagelijks de verschillende supplementen vanaf vijf dagen vóór het spenen met een maagsonde toegediend. Twee dagen na het spenen werden de biggen uitvoerig onderzocht op allerlei parameters. De biggen die prototype D toegediend hadden gekregen hadden significant gunstigere onstekingswaarden zoals alkalische fosfatase en interleukine 8. Daarbij was de dagelijkse groei van deze biggen ook significant hoger en dit was het meest duidelijk bij de lichtste biggen.

Voordat de volgende stap werd gemaakt, het uitvoeren van een veldproef met het meest veelbelovende prototype D, werd de houdbaarheid van het toekomstige product verbetert. Tot nu toe was het een vloeibare emulsie die slecht houdbaar was. Er werd veel moeite gedaan om het vetrijke product te sproeidrogen. Dit was een duur procedé maar het resultaat was een mooi droog product dat de naam Y-D-Fix kreeg. Met dit product werd een eerste veldproef op een zeugenbedrijf uitgevoerd. Het product werd net als in de proefstal vijf dagen vóór het spenen gegeven. Ditmaal werd het product in bakjes in het kraamhok aangeboden aan de biggen. Een opmerkelijke bevinding was dat de biggen dit gesproeidroogde product zeer goed opnamen. Blijkbaar was het voor de biggen zeer smakelijk. Dit was een  prettige bijkomstigheid maar na het spenen gaf dit problemen. De biggen kregen na het spenen nog maar een zeer kleine fractie Y-D-Fix aangeboden (naast speenvoer) en dit verminderde de voeropname direct na het spenen. Deze biggen presteerden daarom slechter dan de controlegroep. Een meer geleidelijke voerovergang bleek in een nieuw opgezette experimentele proef wel goed resultaat te geven.

Met de inzichten van de eerste veldproef werden zowel het product als de toedieningswijze veranderd. Y-D-Fix werd gemengd met ontsloten tarwegries. Tarwe wordt het meest gebruikt in speenvoeders en dit werd als beste aansluiting op het speenvoer gezien. De optimale verhouding Y-D-Fix/tarwegries werd bepaald door enkele smaakproeven bij jonge biggen. Dit finale product werd in een tweede veldproef ingezet vanaf 4 dagen leeftijd. Vanaf deze leeftijd kunnen enzymen geïnduceerd worden die plantaardige grondstoffen kunnen verteren. Dit “trainen van de darmen” in combinatie met de goede opname van het droge supplement zou de big optimaal moeten voorbereiden op het speenproces.

Op een zeugenbedrijf werd een gerandomiseerde en gecontroleerde veldstudie onder Good Clinical Practice (GCP)-regime uitgevoerd. Dit zeugenbedrijf had normaal gesproken moeite om de biggen in het kraamhok voldoende voer op te laten nemen. In de proefgroep kregen de biggen vanaf 4 dagen leeftijd tot vijf dagen vóór het spenen één keer per dag onbeperkt Y-D-Fix. Vanaf vijf dagen vóór het spenen tot vijf dagen na het spenen kreeg de proefgroep een beperkte hoeveelheid Y-D-Fix (15 gram/big/dag) aangeboden naast het gewone speenvoer. De controlegroep kreeg op een vergelijkbare manier een prestarter en vervolgens speenvoer (beiden onbeperkt). Zowel de voeropname in het kraamhok als de groei op bijna negen weken leeftijd was significant beter in de proefgroep dan in de controlegroep.

In bovenstaande grafiek is de cumulatieve voeropname in het kraamhok weergegeven voor de proefgroep (Y) en de controlegroep (Co). In de proefgroep betreft dit het supplement Y-D-Fix + speenvoer; in de controlegroep is dit prestarter en speenvoer.
Hieronder is het lichaamsgewicht van beide groepen in het traject geboorte tot 61 dagen leeftijd weergegeven. De “Y-D-Fix biggen” wogen gemiddeld 2 kg meer dan de biggen in de controlegroep op een leeftijd van nog geen negen weken.

Een belangrijke bevinding was dat in de periode vanaf vijf dagen vóór het spenen, waar Y-D-Fix beperkt werd gegeven, de biggen ook goed startten met de opname van speenvoer. Dit was immers een punt van aandacht in de eerste veldproef.

Om de positieve resultaten van de tweede veldproef te bevestigen werd een derde uitgebreide veldproef uitgevoerd. Ditmaal op een gesloten bedrijf zodat ook de vleesvarkens gevolgd zouden kunnen worden. Op dit bedrijf kreeg de controlegroep vanaf vier dagen leeftijd nat voer met veel gemakkelijk verteerbare melkcomponenten aangeboden. De Y-D-Fix proefgroep volgde hetzelfde voerschema als in de vorige veldproef. Er werd echter op 25 dagen gespeend i.p.v. op 27 dagen.

In deze tweemaal uitgevoerde proef (twee weekgroepen met een maand tussentijd) waren de “Y-D-Fix biggen” even zwaar of zelfs lichter dan de controlebiggen op het moment van opleg in de vleesvarkensstal. Door het individueel blijven opvolgen van de lichaamsgewichten van de dieren kon echter aangetoond worden dat de vleesvarkens uit de Y-D-Fix groep op het einde van de vleesvarkensfase gemiddeld 2,5 kg zwaarder waren dan de controledieren. De Y-D-Fix groep had de controlegroep dus op het einde van het traject ruimschoots ingehaald.

Besluit
Het is opvallend dat de samenstelling van zeugenmelk vooral op het gebied van de hoeveelheid vet en cholesterol zo verschilt met zeugenmelk van enkele decennia geleden. Het supplement dat met deze informatie is ontwikkeld blijkt in verschillende proeven positieve effecten te hebben op biggen:

  • Y-D-Fix draagt bij aan een normale darmgezondheid.
  • Y-D-Fix verhoogt de voeropname van biggen voor het spenen.
  • Biggen die Y-D-Fix krijgen, hebben een uniformere voeropname.
  • Het gebruik van Y-D-Fix voorkomt gewichtsverlies van biggen bij het overschakelen van melk naar vast voer (in de speenperiode).
  • Y-D-Fix verbetert de groei van biggen na het spenen en het lichaamsgewicht bij de slacht.

Y-D-Fix is gepatenteerd en wordt alleen verdeeld via varkensdierenartsen. De inzet van dit innovatieve supplement is maatwerk en de toediening kan daarom van bedrijf tot bedrijf verschillen. De dierenarts is dé specialist die Y-D-Fix met het meeste rendement kan inzetten op varkensbedrijven.

Bekijk de productpagina

Even voorstellen…. Kimberly Hulsbergen

Even voorstellen… Simon Gons

Even voorstellen… Maarten van Veen