Wist u dat u voor de toediening van mineralen en vitaminen vaak kunt kiezen tussen een aanvullend diervoeder of een geregistreerd diergeneesmiddel?
In de praktijk blijkt dat dit niet altijd bekend is. Daarnaast blijkt het lastig om een goede keuze te maken tussen deze verschillende productgroepen. Er zijn namelijk enkele belangrijke verschillen tussen een geregistreerd diergeneesmiddel (met REG NL) en een (aanvullend) diervoeder en de manier waarop deze productgroepen ingezet kunnen worden in het veld. Deze verschillen proberen we hieronder met enkele praktische voorbeelden te verduidelijken.
Wetgeving
De wetgeving die van toepassing is voor diergeneesmiddelen, is totaal anders dan de wetgeving die van toepassing is op (aanvullende) diervoeders.
Wetgeving diergeneesmiddelen
Voor diergeneesmiddelen is de meeste informatie te vinden in het besluit en de regeling diergeneesmiddelen. Diergeneesmiddelen die uitsluitend vitaminen en/of mineralen bevatten en die zijn bedoeld voor orale toediening, hebben over het algemeen de kanalisatiestatus vrij. Deze kunnen dus ingezet worden zonder recept.
Wetgeving diervoeders
Voor diervoeders moet vooral gekeken worden naar de marktverordening (Verordening 767/2009). Vanuit deze wetgeving wordt verwezen naar tal van andere wetteksten.
Onder diervoeders vallen alle stoffen en producten (incl. additieven) die verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt bestemd zijn om te worden gebruikt voor orale vervoedering aan dieren.
Er wordt onderscheid gemaakt in verschillende soorten diervoeders:
- Volledige diervoeders: mengvoeders die door hun samenstelling toereikend zijn als dagrantsoen.
- Aanvullende diervoeders: mengvoeders met een hoog gehalte aan bepaalde stoffen die niet geschikt zijn als dagrantsoen, maar naast een volledig diervoeder kunnen worden gebruikt.
Voor de productie van diervoeders worden voedermiddelen gebruikt, zoals maïs, granen en melkproducten. Daarnaast worden toevoegingsmiddelen gebruikt in diervoeders of drinkwater. Dit kunnen bijvoorbeeld vitaminen of mineralen zijn, maar ook stoffen die het diervoeder gunstig beïnvloeden (conserveringsmiddelen) of coccidiostatica.
De informatie over toevoegingsmiddelen staat in Verordening 1831/2003. Daarnaast is er voor de toevoegingsmiddelen (additieven) die worden gebruikt in diervoeding een register met alle producten die zijn toegelaten. Via dit register kunt u de uitvoeringsverordeningen vinden waarmee de individuele toevoegingsmiddelen zijn toegelaten. In sommige gevallen staan in deze uitvoeringsverordeningen aanvullende eisen zoals maximum gehaltes.
Als een dierenartsenpraktijk (aanvullende) diervoeders verkoopt, moet deze praktijk geregistreerd zijn conform artikel 9 van Verordening 183/2005 (met betrekking tot diervoederhygiëne). Meer informatie hierover kunt u lezen in de FAQ op onze website.
Gevolgen van wetgeving voor de praktijk
Zoals hierboven aangegeven, is de wetgeving die van toepassing is op diervoeders anders dan de wetgeving die van toepassing is op diergeneesmiddelen. Deze verschillen en wat ze betekenen voor de toediening van producten aan voedselproducerende dieren zijn samengevat in onderstaande tabel.
Tabel 1 Verschillen tussen een diergeneesmiddel, een (aanvullend) diervoeder en een toevoegingsmiddel.
Diergeneesmiddel | (Aanvullend) diervoeder | Toevoegingsmiddel | |
Wetgeving | Besluit diergeneesmiddelen
Regeling diergeneesmiddelen |
Marktverordening: Verordening (EU) 767/2009 | Verordening 1831/2003 |
Toediening aan dieren | Conform SPC. De producten van Dopharma worden via het drinkwater of het voer toegediend. | Via het voer of het drinkwater of rechtstreeks in de bek. | Via het voer of het drinkwater, mits er geen beperking in de uitvoeringsverordening van het toevoegingsmiddel staat. |
Maximum gehalte | Niet van toepassing; dosering conform SPC. | Maximum gehalte van toepassing indien vermeldt in uitvoeringsverordening van de toevoegingsmiddelen. | Maximum gehalte van toepassing indien vermeldt in uitvoeringsverordening van de toevoegingsmiddelen. |
Producten van Dopharma | Copper forte Osteosol Forte Vitaminsol Multi Vitasol Multi Vitasol-C |
Diavit Plus AD Heparenol Sedochol |
N.v.t. |
Praktijkvoorbeelden
De informatie uit bovenstaande tabel roept wellicht nog vragen op. Deze proberen we te beantwoorden door uit te leggen wat dit betekent voor het gebruik van koper
Koper als toevoegingsmiddel staat onder andere in het register als kopersulfaat pentahydraat. Voor meer informatie over dit molecuul wordt verwezen naar uitvoeringsverordening 2018/1039. In deze uitvoeringsverordening worden aanvullende eisen beschreven met betrekking tot de inzet van koper als toevoegingsmiddel in diervoeder. Deze wetgeving is sinds 13 augustus 2018 van kracht. Er waren echter wel overgangstermijnen. De toevoegingsmiddelen en premixen met deze kopermoleculen die vóór 13 februari 2019 zijn geproduceerd en geëtiketteerd mogen nog worden uitverkocht onder de oude wetgeving (van vóór 13 augustus 2018). Voor voedselproducerende dieren geldt dat voedermiddelen en (aanvullende) diervoeders geproduceerd en geëtiketteerd voor 13 augustus 2019, nog mogen worden verkocht conform de oude eisen.
Er zijn twee belangrijke wijzigingen vastgelegd in deze nieuwe wetgeving:
- Het toevoegingsmiddel kopersulfaat (en andere kopermoleculen) mogen niet meer via drinkwater worden toegepast. Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel verwerkt worden in een diervoeder alvorens het toegediend mag worden aan dieren. Dit is van toepassing op alle diersoorten.
- Er gelden nieuwe maximumgehaltes, welke vooral relevant zijn voor varkens. Voor meer informatie hierover verwijzen we u naar het artikel “Nieuwe koperwetgeving vanaf 13 augustus 2019”.
De consequenties van deze verschillen zijn als voorbeeld voor koper weergegeven in onderstaande tabel.
Tabel 2 Praktische toepassing van koper en de verschillen bij toepassing in een diergeneesmiddel, een volledig of aanvullend diervoeder of als toevoegingsmiddel.
Diergeneesmiddel | Volledig diervoeder | Aanvullend diervoeder | Toevoegingsmiddel |
Toepassing conform SPC.
Er hoeft geen rekening gehouden te worden met maximum gehaltes voor diervoeders. |
Maximum gehalte zoals vermeldt in uitvoeringsverordening (EU) 2018/1039 | Maximum gehalte in aanvullend diervoeder is maximaal honderdmaal het maximum gehalte dat is toegestaan in diervoeder (verordening (EG) 767/2009) | Toepassing via het drinkwater is niet toegestaan: koper mag alleen verwerkt worden als voormengsel in diervoeder (uitvoeringsverordening (EU) 2018/1039) |
Let op: de totale hoeveelheid koper die aan dieren wordt gegeven (volledig + aanvullend diervoeder) mag niet hoger zijn dan de maximum gehaltes vermeldt in uitvoeringsverordening (EU) 2018/1039 |
Zoals uit bovenstaande blijkt, is de toepassing van diergeneesmiddelen in veel gevallen eenvoudiger en dus niet gebonden aan maximum gehaltes zoals die gelden voor diervoeders.
Niet voor alle toevoegingsmiddelen worden beperkingen vastgelegd in de uitvoeringsverordeningen. Voor kopersulfaat pentahydraat zijn er dus wel beperkingen. Ook voor enkele andere mineralen die die vaak worden ingezet gelden enkele beperkingen. Deze worden weergegeven in onderstaande tabel.
Toevoegingsmiddel | Toegestaan via drinkwater | Maximum gehalte in diervoeders per 13 augustus 2019 |
IJzer (ijzerchloride hexahydraat) | Nee | Schaap: 500
Rund en pluimvee: 450 Big (>1 week voor spenen): 250 Gezelschapsdieren: 600 Andere diersoorten: 750 |
Zink (zinkchloride) | Nee | Hond en kat: 200
Zalmachtigen en kalf (melkvervanger): 180 Big, zeug, konijn en andere vissoorten: 150 Andere diersoorten: 120 |
Mangaan (mangaanchloride tetrahydraat) | Nee | Vis: 100
Andere diersoorten: 150 |
Koper (koperchloride dihydraat) | Nee | Rund vóór herkauwen: 15
Rund overig: 30 Schaap: 15 Geit: 35 Speenvarken en gespeende big tot 4 weken na het spenen: 150 Big > 5e week na het spenen tot max 9 weken na het spenen: 100 Schaaldieren: 50 Andere dieren: 25 |
Kwaliteitssysteem
Bovenstaande informatie gaat over de wetgeving die van toepassing is. Naast de geldende wetgeving, heeft u bij de verkoop van aanvullende diervoeders vaak ook te maken met kwaliteitssystemen. Voor veehouders die IKB gecertificeerd zijn, is het bijvoorbeeld verplicht om uitsluitend diervoeders te gebruiken die geleverd worden door GMP+ FSA (Good Manufacturing practice Feed Safety Assurance) gecertificeerde bedrijven. In dit artikel gaan we hier niet verder op in, maar u kunt hierover meer informatie vinden in de FAQ op onze website.
Referenties
- Regeling diergeneesmiddelen. https://wetten.overheid.nl/BWBR0032626/2019-01-01
- Besluit diergeneesmiddelen. https://wetten.overheid.nl/BWBR0032386/2018-08-01
- Verordening 767/2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1571836810203&uri=CELEX:32009R0767
- European Union Register of Feed Additives. https://ec.europa.eu/food/safety/animal-feed/feed-additives/eu-register_en
- Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1039. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1571835857793&uri=CELEX:32018R1039
- Verordening 1831/2003, betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding. https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1571839175365&uri=CELEX:32003R1831