Bij ernstig zieke varkens dienen de varkens, wanneer de wateropname verminderd is, te worden behandeld met een geschikt injecteerbaar diergeneesmiddel dat door een dierenarts is voorgeschreven.
Bij de aanbevolen dosering worden longlaesies en klinische verschijnselen verminderd, maar infectie met Mycoplasma hyopneumoniae wordt niet geëlimineerd.
Kruisresistentie is aangetoond tussen tylvalosine en andere macroliden. Gebruik van het diergeneesmiddel dient zorgvuldig overwogen te worden indien gevoeligheidsbepalingen resistentie voor tylvalosine hebben aangetoond, aangezien de werkzaamheid verminderd kan zijn.
Speciale waarschuwingen voor veilig gebruik bij de doeldiersoort
Het diergeneesmiddel dient gebruikt te worden in overeenstemming met het officiële, nationale en lokale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen.
Om het risico op herinfectie te verminderen, dient men goede management- en hygiënepraktijken te volgen.
Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond van identificatie en gevoeligheidstesten van de doelpathogenen. Als dit niet mogelijk is, dient de behandeling gebaseerd te zijn op epidemiologische informatie en kennis van de gevoeligheid van de doelpathogenen op bedrijfsniveau, of op lokaal/regionaal niveau.
Een antibioticum met een lager risico op antimicrobiële resistentie selectie (lagere AMEG categorie) dient gebruikt te worden voor eerstelijnsbehandeling waar gevoeligheidstesten de waarschijnlijke werkzaamheid van deze aanpak suggereren.
Speciale voorzorgsmaatregelen te nemen door de persoon die het diergeneesmiddel aan de dieren toedient
Het is aangetoond dat tylvalosine overgevoeligheidsreacties (allergische reacties) veroorzaakt bij proefdieren; daarom moeten personen met bekende overgevoelig voor tylvalosine contact met dit diergeneesmiddel vermijden.
Bij het mengen van het diergeneesmiddel en het hanteren van het gemedicineerde water moet direct contact met ogen, huid en slijmvliezen worden vermeden. Persoonlijke beschermingsmiddelen bestaande uit ondoorlatende handschoenen en een wegwerp halfgelaatsmasker volgens Europese norm EN 149 of een niet-wegwerpbaar gelaatsmasker volgens Europese norm EN 140 met een filter volgens EN 143 moeten gedragen worden bij mengen van het diergeneesmiddel. Was verontreinigde huid.
In geval van accidentele ingestie dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter of het etiket te worden getoond.
Gebruik tijdens dracht en lactatie
Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de risico-batenbeoordeling van de behandelend dierenarts.
Er werden geen verschijnselen van nadelige effecten waargenomen bij zeugen of de nakomelingen ervan als tylvalosine 195 dagen lang, in de periode van vóór de inseminatie tot het spenen, oraal aan zeugen werd toegediend in een concentratieverhouding van 150 mg tylvalosine per kg water, wat overeenkomt met gemiddeld 4,6 mg tylvalosine per kg lichaamsgewicht per dag.
Uit laboratoriumonderzoek bij dieren zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen op teratogene effecten. Maternale toxiciteit bij knaagdieren is waargenomen bij doses van 400 mg tylvalosine per kg lichaamsgewicht en hoger. Bij muizen werd een geringe vermindering van het foetale lichaamsgewicht waargenomen bij doseringen die maternale toxiciteit veroorzaken.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Geen bekend.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, mag het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.