Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
De volgende situaties dienen vermeden te worden, omdat deze de ontwikkeling van resistentie bevorderen en uiteindelijk kunnen leiden tot ondoeltreffendheid van de behandeling:
- te frequent en herhaald gebruik van anthelmintica van eenzelfde groep gedurende een langere periode;
- onderdosering, door onderschatting van het lichaamsgewicht, onjuiste toediening van het diergeneesmiddel of een niet of onjuist gekalibreerd doseerapparaat (indien van toepassing).
Vermoedelijke klinische gevallen van resistentie tegen anthelmintica moeten nader onderzocht worden door middel van geschikte tests (bijv. Faecal Egg Count Reduction Test). Wanneer het resultaat van de tests duidelijk wijst op resistentie tegen een bepaald anthelminticum, moet een anthelminticum van een andere groep met een ander werkingsmechanisme worden toegediend.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Dit diergeneesmiddel kan oogirritatie en huidgevoeligheid veroorzaken.
Aanraking met huid en/of ogen vermijden.
Bij het gebruiken of mengen van het diergeneesmiddel moet direct contact met de huid en ogen worden vermeden, evenals het inademen van stof, door het dragen van een bril, ondoorlaatbare handschoenen en een ademhalingsmasker voor éénmalig gebruik dat voldoet aan de Europese Norm EN149 of een ademhalingsmasker (voor herhaaldelijk gebruik) volgens Europese Norm EN140 met een filter volgens EN143.
Handen wassen na gebruik.
In geval van contact met huid en/of ogen, onmiddellijk spoelen met ruim water.
Overige voorzorgsmaatregelen
Het diergeneesmiddel mag niet terecht komen in oppervlaktewateren omdat het schadelijke gevolgen bij waterorganismen kan veroorzaken.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Kan tijdens de dracht worden gebruikt.
De veiligheid van het diergeneesmiddel is niet bewezen tijdens de lactatie. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risicobeoordeling door de behandelend dierenarts.
Interacties met andere geneesmiddelen (en andere vormen van interactie)
Versterking van hepatotoxiciteit van paracetamol door fenbendazol kan niet worden uitgesloten.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Bij toediening van het diergeneesmiddel gedurende drie achtereenvolgende dagen in een enkele dosis van 25 mg fenbendazol/kg werden geen klinische bijwerkingen bij varkens waargenomen.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden vermengd.