Informatie voor correcte toepassing van het product
Voor de toediening door het drinkwater, melk of kunstmelk, dient de exacte dagelijkse hoeveelheid berekend te worden, gebaseerd op de aanbevolen dosering, het aantal en gewicht van de te behandelen dieren volgens de volgende formule:
mg product/kg lichaamsgewicht/dag X gemiddeld lichaamsgewicht (kg) van de te behandelen dieren / gemiddelde dagelijkse water/melk/kunstmelk opname (liter) per dier = …. mg product per liter drinkwater/melk/kunstmelk
Voor een juiste dosering dient het lichaamsgewicht zo nauwkeurig mogelijk vastgesteld te worden.
De opname van gemedicineerd water/melk/kunstmelk hangt af van verschillende factoren waaronder klinische aandoeningen van de dieren en de lokale omstandigheden zoals omgevingstemperatuur en vochtigheidsgraad.
Om de juiste dosering te verkrijgen, dient de opname van drinkwater/melk/kunstmelk bijgehouden te worden en de concentratie van paromomycine dient dienovereenkomstig aangepast te worden.
Gemedicineerd drinkwater/melk/kunstmelk en elke geconcentreerde oplossing dienen om de 6 uur (melk/kunstmelk) of om de 24 uur (drinkwater) nieuw te worden aangemaakt.
Om te verzekeren dat de exacte dagdosis van product wordt toegediend, dient voldoende gekalibreerde weegapparatuur te worden gebruikt.
Voor de toediening van het product kunnen commercieel beschikbare doseerpompen worden gebruikt.
De oplosbaarheid van het product is getest bij een maximum concentratie van 95 g/L.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
De opname van het middel door dieren kan veranderen door ziekte. In geval van onvoldoende water/melk opname dienen dieren op advies van de dierenarts parenteraal behandeld te worden met een geschikt injecteerbaar middel.
Het gebruik van dit product dient te worden gecombineerd met goed management zoals goede hygiëne, afdoende ventilatie en geen overbezetting.
Omdat het product potentieel ototoxisch en nefrotoxisch is, wordt aangeraden om de nierfunctie te beoordelen.
In het bijzonder dient men zorgvuldig te zijn wanneer overwogen wordt om het diergeneesmiddel aan pasgeboren dieren toe te dienen in verband met een bekende hogere gastro-intestinale absorptie van paromycine bij neonaten. Deze hogere absorptie zou kunnen leiden tot een verhoogd risico op oto-en nefrotoxiciteit. Het gebruik van het diergeneesmiddel in neonaten dient gebaseerd te zijn op een batenrisico-beoordeling door de behandelend dierenarts
Langdurig en herhaald gebruik van het product dient voorkomen te worden door verbeterde managementpraktijken en door reiniging en desinfectie.
Het gebruik van het diergeneesmiddel dient plaats te vinden op grond van gevoeligheidstesten van uit het dier geïsoleerde bacteriën. Als dit niet mogelijk is, dient de behandeling gebaseerd te zijn op lokale (regionaal/bedrijfsniveau) epidemiologische informatie over de gevoeligheid van de betreffende bacteriën. Wanneer het diergeneesmiddel wordt gebruikt dient rekening gehouden te worden met het officiële en nationale beleid ten aanzien van antimicrobiële middelen.
Wanneer het product anders wordt gebruikt dan aangegeven in de SPC kan dit het aantal bacteriën dat resistent is tegen paromomycine verhogen en de effectiviteit van behandeling met aminoglycosiden verminderen vanwege de mogelijkheid van kruisresistentie.
Aminoglycosiden worden beschouwd als kritisch in de humane geneeskunde. Daarom dienen ze niet als eerste keuzemiddel in de diergeneeskunde gebruikt te worden.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Dit diergeneesmiddel bevat paromomycine, hetgeen bij sommige personen allergische reacties kan veroorzaken. Personen met een bekende overgevoeligheid voor aminoglycosiden moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden. Indien u na blootstelling symptomen ontwikkelt, zoals huiduitslag, dan dient u een arts te raadplegen en deze waarschuwing te laten zien.
Zwelling van gezicht, lippen en ogen of moeite met ademhalen zijn ernstigere symptomen en vereisen spoedeisende medische hulp.
Persoonlijke beschermingsmiddelen bestaande uit beschermde kleding en ondoordringbare handschoenen moeten worden gedragen tijdens het hanteren van het diergeneesmiddel.
Niet eten, drinken en roken tijdens hanteren van het product. Na gebruik handen wassen. In geval van accidentele inname van het product, dient u onmiddellijk medisch advies in te winnen en de arts het etiket te laten zien.
Bij het hanteren van dit product dient inhalatie van het stof te worden voorkomen door het dragen van een wegwerpstofmasker conform de Europese Standaard EN149, of een stofmasker conform de Europese Standaard EN140 met een filter conform EN143.
Gebruiken in een goed geventileerde ruimte. Voorkom inhaleren van poeder tijdens het bereiden van gemedicineerd water of kunstmelk. Voorkom contact met huid en ogen. In geval van accidenteel huidcontact, grondig wassen met water en win medisch advies indien de irritatie aanhoudt.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Uit laboratoriumonderzoek bij ratten en konijnen zijn geen gegevens naar voren gekomen die wijzen op teratogene, foetotoxische, maternotoxische effecten. Gebruik wordt afgeraden tijdens de gehele drachtperiode.
Interacties met andere geneesmiddelen (en andere vormen van interactie)
Algemene anesthetica en spierverslappende producten doen het neuro-blokkerende effect van aminoglycosiden toenemen. Dit kan paralyse en apneu veroorzaken.
Niet tegelijkertijd gebruiken met sterke diuretica en potentieel oto-of nefrotoxische middelen.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Paromomycine wordt na orale toediening nauwelijks systemisch geabsorbeerd. Schadelijke effecten na accidentele overdosering zijn hoogst onwaarschijnlijk.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet het middel niet met andere diergeneesmiddelen worden vermengd.