Informatie voor correcte toepassing van het product
Voor de bereiding van gemedicineerd water, moet men rekening houden met het lichaamsgewicht van de dieren die dienen te worden behandeld en hun dagelijkse waterinname.
Dit verbruik kan variëren afhankelijk van factoren zoals leeftijd, gezondheidstoestand, ras, en het veeteeltsysteem. Om de juiste hoeveelheid diergeneesmiddel toe te voegen per liter drinkwater, dient de volgende berekening te worden gemaakt:
0,1 ml van het diergeneesmiddel per kg lichaamsgewicht X gemiddeld gewicht (kg) van de te behandelde dieren X aantal dieren, gedeeld door totaal waterverbruik (l) van de dieren op de vorige dag = … ml diergeneesmiddel per liter drinkwater
Voorzie voldoende toegang tot het watervoorzieningssysteem om de te behandelen dieren adequaat waterverbruik te garanderen.
Stel geen andere bron van drinkwater beschikbaar stellen gedurende de medicatie periode.
Gemedicineerd drinkwater moet om de 24 uur worden vervangen.
Na het einde van de medicatieperiode het watervoorzieningssysteem naar behoren reinigen om inname van sub-therapeutische hoeveelheden van de werkzame stof te vermijden.
Speciale waarschuwingen voor elke diersoort waarvoor het diergeneesmiddel bestemd is
Zoals bij elk antiparasitair middel, kan frequent en herhaald gebruik van anti-protozoaire middelen van dezelfde klasse leiden tot de ontwikkeling van resistentie.
In het geval van een gebrek aan werkzaamheid tijdens de behandeling, deelt men dit mede aan de nationale bevoegde autoriteiten.
Speciale voorzorgsmaatregelen voor gebruik bij dieren
Het diergeneesmiddel is niet bestemd voor preventief gebruik.
Dit diergeneesmiddel moet worden gereserveerd in het geval van coccidiose-uitbraken als gevolg van het niet-beschikbaar zijn van vaccins, in geval van gebrek aan werkzaamheid van vaccins of bij gevaccineerde koppels bij het diagnosticeren van een ernstige coccidiose uitbraak vóórdat immuniteit volledig ontwikkeld is.
Speciale voorzorgsmaatregelen, te nemen door degene die het geneesmiddel aan de dieren toedient
Dit diergeneesmiddel is een zure oplossing en kan keel-, luchtwegen-, oog- en huidirritatie veroorzaken.
Vermijd elk contact met het diergeneesmiddel alsook de dampen.
Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit diergeneesmiddel.
Draag ondoorlaatbare handschoenen en een veiligheidsbril bij het hanteren van het diergeneesmiddel. De gekozen beschermhandschoenen moeten voldoen aan de specificaties van EU Richtlijn 89/686/EEG en de norm EN 374 die daarvan is afgeleid.
In het geval van contact met de huid of de ogen, het getroffen gebied onmiddellijk wassen met schoon stromend water en de verontreinigde kleding verwijderen. Als de irritatie aanhoudt, dient een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter te worden getoond.
In geval van accidentele ingestie, dient de mond te worden gespoeld met vers water en dient onmiddellijk een arts te worden geraadpleegd en de bijsluiter te worden getoond.
Personen met een bekende overgevoeligheid voor amprolium of voor één van de hulpstoffen, moeten contact met het diergeneesmiddel vermijden.
Was de handen en blootgestelde huid na gebruik.
Gebruik tijdens dracht, lactatie of leg
Studies in laboratoriumdieren hebben geen enkel bewijs van teratogene effecten geleverd. De veiligheid van amprolium is niet onderzocht bij vogels tijdens de leg. Uitsluitend gebruiken overeenkomstig de baten/risico beoordeling door de behandelend dierenarts.
Interacties met andere geneesmiddelen (en andere vormen van interactie)
Amprolium is een thiamine-analoog. Daarom kan de werkzaamheid van amprolium worden verlaagd gedurende een gelijktijdige toediening van diergeneesmiddelen met vitamine B-complex.
Overdosering (symptomen, procedures in noodgevallen, antidota)
Langdurig gebruik kan leiden tot thiamine tekort. In dergelijke gevallen moet thiamine worden toegediend ter compensatie.
Onverenigbaarheden
Aangezien er geen onderzoek is verricht naar de verenigbaarheid, moet dit diergeneesmiddel niet met andere diergeneesmiddelen worden gemengd.